Woensdag 3
oktober
Om 9 uur
vertrek richting Chitwan national park richting Indische grens en gelegen in de
laaglanden van Terai. Het rijden op zich is niet alleen een sensatie door de
rijstijl, maar er zijn allerlei dingen te zien onderweg. Naast de prachtige
natuur ook de lokale werkzaamheden aan de wegen na het regenseizoen,
handmatig sleuven graven, asfalt maken en gieten om de putten in de weg te
dichten. De asfalt wordt hier ter plekke gemaakt in grote tonnen en dan met
emmers in de gaten gegoten en dat alles bij een temperatuur die niet ver van de
30 graden is.

Het eerste stuk van onze trip verliep vrij rustig (voor Nepalese
begrippen) en het werd steeds warmer. Een eerste stop op aanraden van onze Tibetaanse dame was het Begnas Tal Lake, iets van de hoofdweg af. Het was windstil en het meer was zo vlak als een biljartbal, een paar bootjes op het meer, maar in het algemeen vrij rustig. Onze gids wist te vertellen dat je hier vroeger de "sir Charles" trekking had. Nu willen alle toeristen naar het hooggebergte. Maar wellicht toch iets voor de toekomst want het is een prachtige omgeving waar goed gewandeld kan worden in het zicht van het meer.

Marian kreeg niesbuien en lopende neus,
tja verkouden bij deze temperatuur.... of allergie van pollen of toch de airco
in het hotel. De weg richting zuiden is eigenlijk de hoofdweg tussen India en
Nepal en alle zware vrachtverkeer moet gebruik maken van deze slechte weg vol
gaten en langs steile afgronden. Regenseizoen is natuurlijk pas achter de rug
en nu kunnen de herstelwerkzaamheden beginnen. Als je hier 50 km per uur doet
mag je al heel blij zijn.
Vrachtwagens met pech staan op allrlei plaatsen,
de doorgang belemmerend, en een paar stenen op de weg hebben de functie van een
gevarendriehoek. Een of twee losse stenen op de weg betekenen meestal dat er
achter de stenen een groot gat in het wegdek is. Uiteindelijk laten we de bergen
achter ons en we komen in een vlakte met veel rijstvelden en dan iets
zuidelijker komen we in een dicht bebost gebied, de jungle. Even een korte stop
aan de rand van de jungle, de benen strekken, maar niet te veel en te hard want
ondertussen is het kwik opgeklommen tot ongeveer 40 graden en de vochtigheid is
goed voelbaar.
Na 20 km komen we aan in Park side lodge, waar ze ons
gisterenavond al verwacht hadden. Maar goed hier wordt alles geregeld door onze
gids van Himalayan Leaders, trouwens zijn ze altijd zeer flexibel en plannen
kunnen altijd worden aangepast. Na de lunch volgde een wandeling door de jungle
naar de rivier in de hoop een aantal dieren te zien. Olifanten, neushoorns,
herten, zeer veel soorten vogels en zelfs tijgers en luipaarden zwerven in dit
park rond.
Uiteindelijk hebben we krokodillen gezien en diverse vogels die onze
gids allemaal kon benoemen, maar ik niet onthouden. Na in het duister terug te
zijn gelopen hebben we de San Miguel, een Mexicaans bier, maar eens geproefd omdat
we hier overal reclame vinden van dit bier. Nou, geef ons maar het lokale Everest
of Gurkha bier. Ondertussen had Marian het echt te pakken en na het avondeten, op tijd gaan slapen. De volgende dag zouden we wel zien of we olifanten gingen
wassen J.







de veelzijdigheid van de reis is buitengewoon leuk, leuk om te lezen meneer doet zijn best!! Veel plezier met het vervolg en we kijken uit naar de volgende bijdrage
BeantwoordenVerwijderenPrachtig geschreven. Het lijkt alsof we er zelf bij zijn.
BeantwoordenVerwijderenHoort en ziet zich allemaal te gek aan! Heb Maurice nog geholpen, hij kon met de blog niet zo omgaan!
BeantwoordenVerwijderenPas maar op dat jullie door de olifanten niet platgetrapt worden!!!